Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In het [1]twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning over Israel te Samaria, [2][en regeerde] negen jaren. 1. Hij had het koninkrijk Israels in het vierde jaar van Achaz, dat is acht jaren tevoren, wel ingenomen, boven, hfdst.15 vs.30, maar alzo het land vol twisten en beroerten om de kroon was, schijnt noch hij, noch iemand de acht jaren een bevestigd koning geweest te zijn; of, indien hij nog voor koning gehouden is geweest, zo was hij onder het tribuut des konings van Assyrie, ja ook [alzo enigen menen] als zijn gevangene; zulks dat de voorgemelde acht jaren hier niet komen in rekening van zijn koninkrijk; anders heeft hij zeventien jaren geregeerd. Vergelijk boven, hfdst.15 vs.30; onder, hfdst.18 vs.9. Anderen menen dat hij de eerste acht jaren onafhankelijk als souverein heeft geregeerd, en de andere negen als schatplichtige, en dat de Heilige Schriftuur van deze laatste alleen hier gewag maakt. 2. Van deze ingevoegde woorden zie 1 Kon.15:33.